Samen rouwen maakt het makkelijker

Ik voel de drang om weer een blog te schrijven. Ik voel die drang best vaak, maar ik luister er niet altijd naar. Ik vind blijkbaar vaak wel weer een manier om mezelf af te leiden van die drang. Terwijl ik het dan daarna ook weer stom kan vinden dat ik ‘niet genoeg blog’.

Maar ach, het maakt natuurlijk niet uit hoe vaak ik hier iets deel. Of hoe vaak ik verder lees in het boek Je bent jong en je rouwt wat. Of hoe vaak ik naar die podcast van Liesbeth Rasker luister. Het zijn elke keer stapjes en stuk voor stuk fijne momenten, die ik zo gewoon een beetje uitspreid over de tijd.

Ik weet dat ik zelf ook regelmatig blogs lees en podcasts luister over rouw, maar word toch elke keer weer verrast als blijkt dat mensen mijn blog lezen. Zoals toen Victor laatst benoemde dat iemand van zijn vereniging tegen hem over mijn blog begon. Een tante die ik op mijn vaders verjaardag sprak die vertelde dat ze mijn blog had gelezen. Mijn neefje die me 3 weken terug uitgebreid appte dat hij vaak een stukje leest en dat het hem steun geeft.

Ik vind het zo bijzonder om dit terug te horen. Elke keer ervaar ik een vreugde en bevestiging van hé, het maakt uit dat ik hier dingen schrijf. Ik ervaar het zelf ook, dat het uitmaakt wat anderen delen. Vorige week heb ik weer een soort… ik wil schrijven ‘zenuwinzinking gehad’, maar daarmee doe ik onnodig lelijk tegen mezelf. Vorige week was ik heel heel heel erg verdrietig. Ik heb denk ik 3 dagen alleen maar gehuild (hallo zuiver rouwen van de vorige blog). En het ging zelfs ’s nachts door, toen ik droomde dat mijn moeder overleed en dat ik in de droom moest huilen maar vervolgens ook daadwerkelijk huilend wakker werd midden in de nacht. Ergens in die dagen heb ik online gezocht naar rouwen in relatie tot doorgaan met leven en werken. Ik haalde zoveel steun en voelde zoveel herkenning bij het lezen van een blog die ik toen vond. Zoveel reacties die ik onder die blog las van mensen die zelf op jonge leeftijd en in een kort tijdsbestek hun moeder waren verloren. Dat soort dingen lezen, dat geeft zoveel besef over het feit dat ik (we, mijn gezin) niet alleen zijn. Dit overkomt andere mensen ook.

Ook Lisanne van Sadelhoff is het overkomen. Ik lees elke keer een stukje in haar boek Je bent jong en je rouwt wat. En weet je, niet alles is 100% hetzelfde. Maar er zijn elke keer kleine stukjes die dan net wel kloppen en die zo treffend zijn. Bijvoorbeeld: het toetrekken naar andere mensen die het gevoel van jong je moeder (of ouder) verliezen kennen. Of het stukje wat Lisanne schrijft over Oxazepam slikken, wat ze krijgt voorgeschreven van de huisarts als ze eigenlijk om antidepressiva heeft gevraagd. Ik heb dat niet geslikt na het overlijden van mijn moeder, maar wel vlak daarvoor. Toen we allemaal in Den Haag zaten en het leven stil stond en alleen maar ging om elkaar afwisselen in het ziekenhuis om naast haar bed te zitten. Dan was het van ‘oké, ik kan niet slapen want ik ben te veel aan het piekeren, maar ik moet wel enigszins tot rust komen, maar niet te veel want ik moet wel op kunnen staan als er wat aan de hand is.’ Het gaat dus om een andere situatie, maar toch triggert het wat bij mij als ik over Oxazepam lees.

Wat ook zo treffend is, is wat ze schrijft over het gevoel van je moeder nodig hebben om dit verdriet te verwerken. Dat kan natuurlijk niet. Dat is het pijnlijke. Lisanne schrijft op een gegeven moment een opsomming van momenten die haar moeder niet kon voorkomen, maar waarbij ze er wel voor haar was. Momenten waarop ze kon zeggen dat het goed kwam. Zo schrijft ze over haar paard Bliksem: “Ze kon niet voorkomen dat ik van klimrekken viel, ze kon niet voorkomen dat mijn paard Bliksem tijdens elke rijles op hol sloeg, […] dat Bliksem koliek kreeg, […] dat Bliksem doodging.”

Het is natuurlijk maar net toeval dat zoiets dan herkenbaar is, maar ach… ik denk zo vaak terug aan toen ik 12 of 13 was en mijn lievelingspaard Tina niet meer op stal stond. Het was vrijdagavond en mijn moeder reed mee in de moederles. Terwijl ze in de les zat had ze door dat ik ietwat verward bij de deur van de bak stond. Ik zei dat Tina’s stal leeg was, waarop mijn moeder direct aan iemand van de manege vroeg waar Tina was. Toen werd er verteld dat Tina een koliekaanval had gekregen en was overleden.

Ik heb zo hard gehuild die avond. Ik was compleet van slag. En waar ik dus specifiek de afgelopen maanden vaak aan terugdenk is hoe m’n moeder er toen voor me was door me op een gegeven moment van mijn kamer te plukken en met een grote bak popcorn voor de TV te zetten. Ik herinner me dat dat goede afleiding was, waardoor ik even op adem kon komen van het huilen en weer rustig kon worden. Die afleiding probeer ik nu, zo goed en zo kwaad als het lukt, op eigen houtje te vinden.

De blog wordt nu iets langer dan normaal, maar ach ook hiervoor geldt: het kan in stukjes gelezen worden, net zoals ik het boek van Lisanne in stukjes lees. Ik denk niet dat het oké is om het volledige boek hier te quoten, maar toch deel ik nog even deze tekst, die gaat over het zoeken naar een teken van degene die is overleden:

“Maar zelfs toen dat besef langzaam maar pijnlijk zeker tot me doordrong bleef ik naarstig zoeken naar een teken. Niet naar een teken van leven, maar naar een teken van dood. Het kan toch niet zo zijn dat iemand helemaal weg is? Iemand die zoveel van je heeft gehouden, en van wie je nog steeds zoveel houdt?

Ik zag geen knipperende lampen, ik zag geen witte schim in een lange jurk die verdacht veel weg had van mijn moeder en met echostem oreerde ‘dat alles goed is’. Ik voelde haar armen niet om me heen, het werd niet soms ineens heel koud of warm (behalve toen ik koorts had). Ik voelde haar aanwezigheid niet in mijn kamer, ik voelde niet dat ze over me waakte als ik sliep […].”

Ik zou willen dat ik mijn moeder om me heen voelde. Maar dat voel ik niet. Althans, ik denk dat ik te veel zoek naar het aardse gevoel van iemand om je heen hebben. Dat ik te hard mijn best doe om het te moeten voelen.

Je weet wat ze zeggen als je nergens zoekt,
Precies dan komt geluk ineens vanzelf naar je toe.

En bij deze inspirerende woorden van Diggy Dex (Slaap Lekker) laat ik het voor nu weer.

Boek Je bent jong en je rouwt wat:
https://www.bruna.nl/boeken/je-bent-jong-en-je-rouwt-wat-9789493168343?channable=023bed6964003937383934393331363833343353&utm_campaign=channable_feed&utm_content=&utm_source=zanox&utm_medium=affiliate&utm_term=!!!affiliatedomain!!!&from=kelkoo&gclid=Cj0KCQjw1ouKBhC5ARIsAHXNMI8HA6xM-fT5YqAw4MBrslHrvXss2wiDXwjq1IE1r9LYxyWAsLqXrBgaAtlREALw_wcB

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: